De anjer

De anjer
Prent uit Die Nelke door Otto Ubbelohde, 1909
Auteur Gebroeders Grimm
Originele titel Die Nelke
Origineel gebundeld in Kinder- und Hausmärchen
Uitgiftedatum 1812
Land Duitsland
Taal Duits
Genre sprookje
Portaal  Portaalicoon   Literatuur

De anjer is een sprookje uit Kinder- und Hausmärchen, de verzameling van de gebroeders Grimm, met als nummer KHM76. De oorspronkelijke naam is Die Nelke.

Het verhaal

Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.

Een koningin is door Onze Lieve Heer gesloten en kan dus geen kinderen krijgen. Ze bidt elke ochtend in het park tot God en er komt een engel uit de hemel die haar voorspelt een zoon te zullen krijgen. Na een tijd bevalt de koningin inderdaad van een zoon en de koning is erg blij. De koningin baadt het kind elke dag bij een heldere bron en valt op een dag in slaap. De kok rooft het kind en gooit het bloed van een kip op het schort en de jurk van de koningin, hij weet dat wensen van kinderen altijd vervuld worden. De kok gaat naar een verborgen plek en laat het kind achter bij een min, daarna beschuldigt hij de koningin en zegt dat ze het kind door wilde dieren heeft laten roven. De koning ziet het bloed en laat zijn vrouw opsluiten in een toren waar zon en maan niet te zien zijn. Zeven jaren zit ze in de toren, maar god stuurt twee engelen in de gedaante van duiven en die brengen haar voedsel. De kok gaat naar de verborgen plek, de jongen kan al praten. Hij laat de jongen een mooi paleis wensen en dat gebeurt. De kok laat de jongen dan een mooi meisje voor zich wensen en ook zij verschijnt meteen. Ze spelen samen en houden van elkaar, de oude kok is een voornaam man geworden en gaat op jacht.

De kok neemt het meisje apart en wil het hart en de tong van de jongen, anders zal ze sterven. Ze doet dit echter niet, omdat ze geen onschuldig wezen wil doden. De kok dreigt haar dan te zullen doden. Het meisje laat een kleine hinde halen en haalt het hart en de tong er uit en legt die op een bord. Ze verstopt de jongen op bed en geeft het bord met het hart en de tong aan de kok. De jongen wenst dan dat de kok in een zwarte poedel verandert, hij heeft een gouden ketting om zijn nek en eet vurige kolen. De koningszoon denkt aan zijn moeder en vraagt of het meisje met hem mee gaat naar huis. Het meisje wil liever niet, ze kent niemand in het verre land. Dan wenst de koningszoon dat ze verandert in een anjer en neemt haar zo mee naar huis. De poedel moet met hem meelopen en hij gaat naar de toren waarin zijn moeder gevangen zit. Hij klimt met een ladder omhoog en belooft haar uit de toren te bevrijden. Hij gaat naar zijn vader en zegt dat hij een vreemde jager is die voor hem wil werken.

De jager mag in dienst komen als hij voor wildbraad kan zorgen, maar dit is in de omgeving nog nooit gezien. Hij roept alle jagers op en ze gaan naar het bos, daar wenst hij dat er tweehonderd stuks wild de kring in rent. De dieren worden gedood en op boerenkarren naar de koning gebracht. De volgende dag mag de jager bij het feestmaal aanwezig zijn en wenst daar dat de dienaren van de koning naar het lot van de koningin zullen vragen. De jongen maakt zich dan bekend als zijn zoon en vertelt dat de oude kok achter het kwade plan heeft gezeten. Hij toont de poedel en verandert hem weer in zijn menselijke gedaante, de koning laat de kok in de diepste kerker gooien. Dan laat de jongen het lieve meisje zien en hij haalt de anjer tevoorschijn, ook het meisje krijgt haar menselijke gedaante terug. Ze is zo mooi, dat geen enkele schilder haar zou kunnen schilderen. De koning stuurt dienaren en kameniers naar de toren en de koningin wordt bevrijd. Ze eet echter niets en blijft nog drie dagen in leven, waarna ze zacht en vredig sterft. De witte duiven volgen haar en gaan zitten op haar graf. De kok wordt in vier stukken gescheurd, maar de oude koning sterft van verdriet niet lang daarna. De zoon trouwt met het mooie meisje, dat als bloem in zijn zak is meegekomen, en of ze nog leven weet alleen God.

Achtergronden bij het verhaal

  • Het sprookje komt uit Zwehrn in Nederhessen.
  • Beschuldiging van de moord op een eigen kind komt ook voor in Het kind van Maria (KHM3) en De zes zwanen (KHM49).
  • De boze die in een poedel verandert, is ook in Faust van Goethe te vinden.
  • Het meisje dat in een bloem verandert komt ook voor in Vrijer Roland (KHM56), Raadselsprookje (KHM160).
  • De onschuldig veroordeelde komt voor in Bontepels (KHM65) en De ganzenhoedster aan de bron (KHM179).
  • Het handelt hier om de voorgenomen verchristelijking. Vergelijk ook De drie vogeltjes (KHM96) en Jonkvrouw Maleen (KHM198).
  • Naast de engelen als witte duiven, lijkt ook de onvruchtbare zoon wie een zoon wordt voorspeld aan de vrouw van Abraham in het Oude Testament.
  • Hans-Jörg Uther ziet verbanden met het middelnederlandse rijmdicht Esmoreit uit de veertiende eeuw.
  • Het sprookje heeft overeenkomsten met Peruonto, een Italiaans literair sprookje van Giambattista Basile uit zijn Pentamerone uit 1634.
  • De anjer is een symbool voor Maria, passie en dood.

Bronnen

  • Grimm, volledige uitgave (vertaald door Ria van Hengel in 2005)
· · Sjabloon bewerken
  A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z  
A:Assepoester · De anjer · De arme en de rijke · De arme jongen in het graf · De arme molenaarsknecht en het katje · Het aardmanneke ·
B:Berenpels · Bontepels · Broertje en zusje · Bruidskeuze · De bijenkoningin · De boden van de dood · De boer en de duivel · De Bremer stadsmuzikanten · De broodkruimels op de tafel · De bruiloft van vrouw Vos · De dood als peet · Het blauwe licht · Het boerke · Het boerke in de hemel · Het boshuis ·
D:De dood van het hennetje · De dorsvlegel uit de hemel · De drie broers · De drie gelukskinderen · De drie handwerksgezellen · De drie heelmeesters · De drie luiaards · De drie mannetjes in het bos · De drie slangenbladeren · De drie spinsters · De drie talen · De drie veren · De drie vogeltjes · De drie zwarte prinsessen · De duivel en zijn grootmoeder · De duivel met de drie gouden haren · De duur van het leven · Dokter Weetal · Doornroosje · Duimendik · Duimpje de wereld in · Het dappere snijdertje · Het doodshemdje ·
E:Eenoogje, tweeoogje en drieoogje · Eva's ongelijke kinderen · Het eigenzinnige kind · Het ezeltje ·
F:Frieder en Katherliesje ·
G:De ganzenhoedster · De ganzenhoedster aan de bron · De gauwdief en zijn meester · De geest in de fles · De geschenken van het kleine volkje · De gestolen duit · De glazen doodskist · De goede ruil · De gouden gans · De gouden sleutel · De gouden vogel · De goudkinderen · De Grafheuvel · De groente-ezel · Gelukkige Hans · Het gedierte van de Heer en de Duivel · Het gespuis ·
H:De haas en de egel · De hanenbalk · De hazelaar · De heldere zon brengt het aan het licht · De hemelse bruiloft · De hoefnagel · De hond en de mus · De huishouding · Hans en Grietje · Hans viert bruiloft · Hans-mijn-egel · Hazekebruid · Het herdersjongetje · Het huishouden van kat en muis ·
I:De ijzeren kachel · IJzeren Hans ·
J:De jonge reus · De jood in de doornstruik · Jonkvrouw Maleen · Jorinde en Joringel ·
K:De kabouters · De kikkerkoning · De kleermaker in de hemel · De koning van de gouden berg · De koningszoon die nergens bang voor was · De korenaar · De kristallen bol · Het kind van Maria · Klitten · Klosje, schietspoel en naald · Knappe Elsje · Knoest en zijn drie zonen · Koning Lijsterbaard ·
L:De laarzen van buffelleer · De luie spinster · Het lammetje en het visje · Het leugensprookje uit Ditmar · Lief en leed samen delen · Luie Hein · Luisje en Vlootje ·
M:De maan · De meesterdief · De mus en zijn vier kinderen · Het mannetje dat jong gegloeid werd · Het meisje zonder handen · Het meiske van Brakel · Het mooie Katrinelletje en Pief Paf Poltrie · Magere Liesje · Meester Priem · Meneer Korbes · Met z'n zessen de hele wereld rond ·
O:De ondankbare zoon · De oude bedelares · De oude grootvader en zijn kleinzoon · De oude Hildebrand · De oude Rinkrank · De oude Sultan · De oude vrouw in het bos · Op reis gaan ·
P:De peetoom ·
R:De raaf · De raap · De ransel, het hoedje en het hoorntje · De rattenvanger van Hamelen · De reus en de kleermaker · De roerdomp en de hop · De roetzwarte broer van de duivel · De roversbruidegom · Het raadsel · Raadselsprookje · Raponsje · Repelsteeltje · Roodkapje ·
S:De schol · De schrandere knecht · De sterrendaalders · De stukgedanste schoentjes · Het snuggere snijdertje · Het sprookje van Luilekkerland · Simeliberg · Slangensprookje · Slimme Grietje · Slimme Hans · Sneeuwwitje · Sneeuwwitje en Rozerood · Speelhans · Sprookje van iemand die erop uittrok om te leren griezelen · Sterke Hans · Strohalm, kooltje vuur en boontje ·
T:De trommelslager · De trouwe Johannes · De twaalf broeders · De twaalf jagers · De twaalf luie knechten · De twee gebroeders · De twee koningskinderen · De twee reisgezellen · Tafeltje dek je, ezeltje strek je en knuppel uit de zak · Trouwe Ferdinand en Ontrouwe Ferdinand ·
U:De uil ·
V:De verstandige boerendochter · De verstandige lieden · De vier kunstvaardige broers · De volleerde jager · De vos en de ganzen · De vos en de kat · De vos en de moeder van zijn petekind · De vos en het paard · Van de visser en zijn vrouw · Van de wachtelboom · Van het muisje, het vogeltje en de braadworst · Vleerkens vogel · Vogel Grijp · Vondevogel · Vrijer Roland · Vrolijke Frans · Vrouw Holle · Vrouw Trui ·
W:De ware bruid · De waternimf · De waternimf in de vijver · De witte slang · De witte en de zwarte bruid · De wolf en de mens · De wolf en de vos · De wolf en de zeven geitjes · De wonderlijke speelman · Het water des levens · Het winterkoninkje · Het winterkoninkje en de beer ·
Z:De zes dienaren · De zes zwanen · De zeven Zwaben · De zeven raven · De zingende springende leeuwerik · De zoete pap · Het zingende botje ·